De diagnose ‘myasthenie’ wordt gesteld bij ‘vermoeibare’ spierzwakte. Vermoeibaar betekent dat de spierzwakte toeneemt bij inspanning en dat de spieren vaak herstellen door rust. De diagnose myasthenia gravis (MG) is gebaseerd op:
- Een patroon van zwakte passend bij MG
- De aanwezigheid van antistoffen in het bloed
- Typische afwijkingen bij electromyografisch onderzoek
Om zekerheid over de diagnose te krijgen, kunnen verschillende soorten onderzoek worden gedaan: naar antistoffen in het bloed en naar de signaaloverdracht in de spieren.
Bloedonderzoek
De antistoffen richten zich bij myasthenia gravis tegen specifieke eiwitten op het oppervlak van de spiervezels. Deze eiwitten spelen een essentiële rol in de overdracht van signalen van de zenuwen naar de spieren. Met bloedonderzoek kunnen deze antistoffen worden opgespoord.
Elektromyografie (EMG)
Met elektromyografie (EMG) kan een storing in de signaaloverdracht tussen zenuw en spier worden aangetoond. Daarbij worden de zenuwen met stroomstootjes geprikkeld om de reactie van de spieren te meten.
Ander onderzoek
Als de antistoffentest en het EMG geen duidelijkheid geven, kunnen er nog andere testen gebruikt worden om de diagnose te stellen, zoals de neostigminetest.