Aanvullend onderzoek

De diagnose ‘myasthenie’ wordt gesteld bij ‘vermoeibare’ spierzwakte. Vermoeibaar betekent dat de spierzwakte toeneemt bij inspanning en dat de spieren vaak herstellen door rust. De diagnose myasthenia gravis (MG) is gebaseerd op:

  1. Een patroon van zwakte passend bij MG
  2. De aanwezigheid van antistoffen in het bloed
  3. Typische afwijkingen bij electromyografisch onderzoek

Om zekerheid over de diagnose te krijgen, kunnen verschillende soorten onderzoek worden gedaan: naar antistoffen in het bloed en naar de signaaloverdracht in de spieren.

Bloedonderzoek

De antistoffen richten zich bij myasthenia gravis tegen specifieke eiwitten op het oppervlak van de spiervezels. Deze eiwitten spelen een essentiële rol in de overdracht van signalen van de zenuwen naar de spieren. Met bloedonderzoek kunnen deze antistoffen worden opgespoord.

Elektromyografie (EMG)

Met elektromyografie (EMG) kan een storing in de signaaloverdracht tussen zenuw en spier worden aangetoond. Daarbij worden de zenuwen met stroomstootjes geprikkeld om de reactie van de spieren te meten.

Ander onderzoek

Als de antistoffentest en het EMG geen duidelijkheid geven, kunnen er nog andere testen gebruikt worden om de diagnose te stellen, zoals de neostigminetest.

Bent u patiënt of mantelzorger en heeft u een vraag?

Staat uw vraag niet tussen de veelgestelde vragen? Stel deze vraag dan aan de specialisten van het expertisecentrum via het contactformulier. Zij helpen u graag.
Stel een vraag
Weet u wat u moet doen bij een spoedopname? Informatie over spoedopnames